8 Tips om verzorgenden te behouden

Meer nieuws

Verzorgenden in verpleeghuizen en thuiszorg zijn schaars. Hoe zorg je ervoor dat je ze behoudt? Verzorgende ig en gespecialiseerd verzorgende psychogeriatrie (GVP) Marita de Kleijne, voorzitter van V&VN Verzorgenden, geeft tips.

1. Loop een dag mee op de werkvloer

‘Verzorgenden kunnen het gevoel hebben dat bestuurders geen idee hebben wat zich in de praktijk afspeelt. En dat ze een keer zélf aan het bed moeten staan om te weten wat verzorgenden ervaren. Laat zien dat je als leidinggevende betrokken bent en loop een keer een hele dienst mee met een verzorgende. Om te zien wat er op de werkvloer speelt, om direct aan verzorgenden te vragen wat ze beleven en nodig hebben, maar vooral: om te laten zien dat het je interesseert. En vergeet dan niet om hardop uit te spreken hoe waardevol je verzorgenden vindt. Andersom kan trouwens ook: laat een verzorgende meelopen met jou. Zodat je medewerker beter begrijpt waarom bepaalde keuzes gemaakt worden.’

2. Beloon vaste medewerkers voor trouwe dienst

‘Als een verzorgende 12,5 jaar in dienst is, is dit het eerste moment dat deze loyaliteit beloond wordt. Eigenlijk zou je dat veel vaker moeten doen. En dan bedoel ik niet met een gratis paraplu of handdoek op de Dag van de Verpleging. Dat is leuk, maar veel verzorgenden willen zich verder ontwikkelen in hun vak. Het congres Dag van de Verzorgende is bijvoorbeeld een leuk én leerzaam uitje, waardoor je als verzorgende weer beseft: dáárom vind ik mijn werk geweldig. Maar vaak hebben verzorgenden geen tijd om naar zo’n congres te gaan. Ze moeten het in hun eigen tijd doen, of zelf betalen, wat voor hen te duur is. Laat je vaste medewerkers elk jaar naar zo’n congres gaan. Of abonneer hen op een vakblad speciaal voor verzorgenden. Zo laat je zien dat je je verzorgenden waardeert, én geef je hen tools om hun werk beter te doen. Ook kun je je verzorgende stimuleren om lid te worden van beroepsvereniging V&VN afdeling Verzorgende om samen dit mooie vak te blijven ontwikkelen.’

3. Laat verzorgenden zelf hun scholing kiezen

‘Vaak krijgen verzorgenden een kant en klaar lijstje met scholingen waaruit ze kunnen kiezen. Terwijl hun interesse misschien ergens anders ligt dan wat er op het lijstje staat. Ga eens met elke verzorgende zitten en vraag: waarin zou jij je graag willen ontwikkelen? Zo maak je een loopbaan op maat.

Nu worden verzorgenden vaak gestimuleerd om door te leren voor verpleegkundige. Zo krijgen ze sterk het idee dat je er als verzorgende niet toe doet, en pas meetelt als je verpleegkundige bent. Verpleegkundige worden is niet voor alle verzorgenden weggelegd, of ze wíllen het niet. Omdat ze bijvoorbeeld liever aan het bed blijven werken, dicht bij de cliënt en er trots op zijn om verzorgende ig te zijn. Ik merk dat doorleren voor verpleegkundige als iets “beters” wordt gezien, dan wanneer je ervoor kiest om verzorgende te blijven. Terwijl elke discipline van belang is om goede zorg te geven. Maar dan moet je die verzorgende wel de ruimte geven om zich te ontwikkelen in haar vakgebied.

V&VN is voor een persoonlijk opleidingsbudget van minstens 1500 euro per jaar. Zo kan de zorgverlener zelf bepalen aan welke scholing dit besteed wordt. Want dat kunnen verzorgenden prima zelf beslissen. Je kunt hun na zo’n scholing een klinische les laten geven in het team, zodat kennis wordt gedeeld met collega verzorgenden.’

4. Laat verzorgenden doen waarvoor ze zijn opgeleid

‘Ons vak wordt steeds meer uitgehold. Zorghandelingen waarvoor je bent opgeleid, worden overgenomen door verpleegkundigen. Wij leren bijvoorbeeld op de opleiding om te katheteriseren. In de praktijk wordt deze taak vaak overgenomen door de verpleegkundige. Het excuus dat zorgorganisaties aandragen is dat ze de verpleegkundige bekwaam moeten houden, maar wij moeten óók bekwaam blijven. En dat kan niet als verpleegtechnische handelingen – die ons werk uitdagender maken – worden “weggekaapt” door verpleegkundigen.

Het kan ook helpen om duidelijk in een profiel te zetten wat in een organisatie door een verpleegkundige gedaan wordt en wat door de verzorgende. Verder wordt ons vak niet aantrekkelijker als we klusjes moeten doen waar we niet voor opgeleid zijn. Zoals de bedden opmaken, kasten bijvullen, de huiskamer en toiletten schoonmaken, of vuilniszakken wegbrengen. We voelen ons hier niet te goed voor, maar het houdt ons af van veel belangrijker taken. Dit soort klusjes kunnen overgelaten worden aan bijvoorbeeld zorghulpen of huishoudelijke medewerkers.’

5. Geef gespecialiseerde verzorgenden een eigen rol in het team

‘Gelukkig zijn er steeds meer opleidingen waarmee verzorgenden zich kunnen specialiseren, zoals de opleiding tot gespecialiseerd verzorgende psychogeriatrie (GVP), gespecialiseerd verzorgende somatiek (GVS) en Gespecialiseerd Verzorgende Revalidatiezorg.

Sommige zorgorganisaties laten hun verzorgenden zo’n opleiding volgen. Geweldig! Maar geef dit dan ook een vervolg, door deze verzorgenden na de opleiding een ander takenpakket te geven. Helaas gebeurt dit amper. Zo zijn er veel enthousiaste GVP’ers die zich hebben verdiept in dementie. Maar vervolgens blijven hun taken hetzelfde. In plaats van dat ze er voortaan bij geroepen worden als andere verzorgenden worstelen met een cliënt die onbegrepen gedrag vertoont, of loonsverhoging krijgen. Dat werkt demotiverend. Dus zet je verzorgende in zijn/haar kracht en geef een rol die bij deze extra kennis past.’

6. Geef verzorgenden meer zeggenschap

‘Uit onderzoek blijkt dat het zeggenschap van verzorgenden niet groot is, en dat zorgorganisaties dit veel beter kunnen faciliteren. Dit verbeter je door te zorgen voor een Verpleegkundige en Verzorgende Advies Raad (VVAR). Of regel een frequent terugkerend Verzorgendenoverleg. Nu hebben veel zorgorganisaties een Verpleegkundig overleg, waar verzorgenden niet bij zijn. Terwijl zij direct te maken hebben met de cliënt, laat ze dan ook meepraten over de zorg.’

7. Geef vaste medewerkers eerste keus in het rooster

‘Er zijn steeds meer zzp’ers. Zorgorganisaties hebben vaak de neiging om hen de eerste keus in het rooster te geven. De boodschap die je hiermee aan je vaste medewerkers geeft is: jullie staan op de tweede plaats, jullie zijn minder belangrijk dan zzp’ers. Geef nou die vaste medewerkers eerste keus in het rooster. De gaten vul je op met zzp’ers en uitzendkrachten. Daarmee laat je zien dat je loyale verzorgenden koestert.

Over roostering gesproken: daar valt ook nogal eens een slag te maken. Vaak krijgen verzorgenden roosters te laat, waardoor mensen niet uitkomen met kinderopvang, mantelzorg, of privé-afspraken. Maak ruim van tevoren een basisrooster waar de verzorgende zelf inspraak in heeft, en laat verzorgenden onder professionele begeleiding sámen bepalen wanneer ze willen en kunnen werken. Als je vraagt: “Wanneer kun je wél werken”, in plaats van: “Wanneer kun je níet werken”, zijn er veel meer mogelijkheden dan je denkt. En je geeft je zorgverleners meteen meer zeggenschap.’

8. Koppel oudere verzorgenden aan jonge beginners

‘Werken in de zorg is fysiek zwaar, en dat drukt vooral op oudere verzorgenden. Terwijl ze heel waardevol zijn: ze hebben een schat aan ervaring en kennis, zijn doorgewinterd en schrikken niet zo gauw. Jonge beginnende verzorgenden en stagiaires, kunnen wél schrikken als ze voor het eerst een naakte oudere die onder de ontlasting zit moeten wassen. Hierbij is goede begeleiding essentieel, anders lopen deze jonge aanwinsten weg. Terwijl ze gewoon even moeten wennen en geruststelling nodig hebben. Dit kan bijvoorbeeld door te werken met een buddy-systeem: koppel een beginnende verzorgende aan een doorgewinterde senior verzorgende. Ze kunnen elkaar ondersteunen, waardoor er minder kans op uitval is.’

bron: zorgvisie.nl